Dr. Wim Huybrechts
cardioloog | elektrofysioloog

Mogelijke basisonderzoeken op de raadpleging


EKG :
Het elektrocardiogram is een onmisbaar onderzoek in de cardiologie. Elektroden worden ter hoogte van beide armen en benen en ter hoogte van de borstkas aangelegd. Hiermee wordt de elektrische activiteit van de hartspier geregistreerd. Zo wordt onmisbare informatie verkregen over het ritme van het hart, en worden aanwijzingen verkregen over eventuele onderliggende aandoeningen. Zo kan men zien of er zuurstofnood aan de hartspier is, of er ooit een hartinfarct geweest is, of er aandoeningen van de hartspier zijn en nog tal van andere zaken. Voor het nemen van een EKG is er geen voorbereiding nodig. De patiënt ligt met ontbloot bovenlichaam op de onderzoekstafel waarbij het belangrijk is om rustig en ontspannen te liggen om geen bewegingsartefacten te zien op het onderzoek.
Rustelectrocardiogram - Schiller ®

Inspanningselectrocardiogram - Schiller ®
Ergometrie (fietsproef) :
De ergometrie of fietsproef is een belangrijk routine-onderzoek tijdens de raadpleging bij de cardioloog. Dit onderzoek wordt vaak verricht bij patiënten die typische klachten hebben van pijn op de borst of hartkloppingen, of soms bij vage klachten van vermoeidheid of kortademigheid. Bij dit onderzoek worden twaalf elektroden op de borst gekleefd om continu het EKG te monitoren. Ook een bloeddrukmeter ter hoogte van de bovenarm wordt aangehangen. Dan wordt aan de patiënt gevraagd om aan een bepaald toerental gedurende enkele minuten te fietsen waarbij de weerstand elke minuut toeneemt. Op regelmatge basis zal de bloeddruk worden gemeten terwijl het EKG continu wordt opgenomen. De bedoeling van het onderzoek is om een maximale test te bekomen. Na piekinspanning is er nog een herstel- of recovery periode. Zo kan de cardioloog een beeld krijgen van het verloop van hartritme en bloeddruk, en van de maximale inspanningscapaciteit. Door het continue volgen van het EKG kan er gekeken worden of er tijdens of na de test zuurstoftekort ter hoogte van de hartspier is opgetreden, wat kan wijzen op “angor pectoris” of vernauwing ter hoogte van de kransslagaders. Op het einde van de test kan de patiënt ofwel gerustgesteld worden, ofwel dient nog bijkomend onderzoek te gebeuren. Een ergometrie of fietstest is een veilig onderzoek dat te allen tijde kan worden onderbroken door de patiënt of arts bij klachten, of bij het optreden van zuurstoftekort of hartritmestoornissen.


Echocardiografie :
Transthoracale echocardiografie is waarschijnlijk het belangrijkste routineonderzoek dat tijdens een raadpleging bij de cardioloog gebeurt. Het bovenlichaam dient te worden ontbloot. Tijdens het nemen van een echo van het hart ligt de patiënt op de linkerzijde. Dan kan de cardioloog met zijn probe en wat gel naar het hart kijken door ultrageluidsgolven uit te sturen. Deze worden door de verschillende structuren van het hart en door het bloed weerkaatst. Via de computer wordt dan een beeld gemaakt. Op dit beeld kan de cardioloog metingen verrichten. Zo kan hij zien of er structureel hartlijden is, of de kamers of voorkamers zijn uitgezet. Hij kijkt naar de pompkracht van het hart, of er vroeger al een hartinfarct is geweest. Ook de hartkleppen worden in beeld gebracht. Een klep kan lekken (insufficiëntie) of vernauwd zijn (stenose). Verder kunnen nog onrechtstreeks drukken in de longen en in het hart worden gemeten. Omdat er op zeer korte tijd veel informatie over de functie van het hart wordt verzameld, is dit een fundamenteel basisonderzoek voor de cardioloog. De geluidsgolven zijn ongevaarlijk. Het onderzoek gebeurt in comfortabele omstandigheden.
Echocardiografie - GE ®

Ondervraging van een pacemaker/ICD - Medtronic ®
Pacemaker-/defibrillator-/looprecorder-analyse :
Wanneer u drager bent van een geimplanteerd toestel zoals een pacemaker of een defibrillator, dient dit toestel regelmatig te worden gecontroleerd naar zijn functie en batterijstatus toe. Regelmatige controles zijn ook van belang voor de rijgeschiktheid van de drager van het toestel. Om een pacemaker of defibrillator te ondervragen zijn er op de raadpleging verschillende computers ter beschikking. Tussen deze computer en de pacemaker/defibrillator wordt contact gemaakt door een soort muis op de pacemaker/defibrillator te leggen. Tijdens de controles kan het zijn dat uw hart versnelt en wat trager gaat kloppen ten gevolge van de testen die de cardioloog uitvoert. Afhankelijk van eventuele klachten kan de cardioloog via deze computer ook het toestel herprogrammeren.